Home The National – Sleep well Beast

The National – Sleep well Beast

0

Voordelen

  • Vernieuwde sound met veel te ontdekken spannende geluidjes
  • Het speelplezier spat er regelmatig van af
  • Breed en smaakvol geluidspalet

Nadelen

  • De band weet minder te raken dan op vorige albums

Prijs: € 15

The National - Sleep Well Beast

Lang was The National een indie-darling, bekend en geliefd bij een select publiek. In 2007 veranderde dat met de hit Fake Empire, die op Boxer stond. Sleep Well Beast is de derde release sinds dat doorbraakalbum en zal de band flink wat kopzorgen bezorgd hebben. Niet voor niets moesten we er maar liefst vier jaar op wachten.

Op Trouble Will Find Me (2013) perfectioneerde The National namelijk hun donkere en stemmige band sound. Ook leken de teksten van Matt Berninger per album zwaarder te worden. Nou waren de mannen van The National nooit lachebekjes – met referenties als Nick Cave, Tindersticks en The Smiths – maar de vraag wierp zich op: hoe nu verder?

Fröbelgeluidjes

Op Sleep Well Beast lijkt de band zichzelf bevrijd te hebben van de geperfectioneerde mal waarin het de songs op zijn vorige twee albums vaak goot. Een koerswijziging is een te groot woord, maar The National slaat wel nieuwe wegen in. De contrasten tussen de ingetogen en de uitbundige songs zijn groter. De muzikanten hebben gedurfd niet alles dicht te smeren, waardoor de rustigere tracks meer ademenen en daardoor ook de vele speelse fröbelgeluidjes opvallen. Alsof ze nog eens goed geluisterd hebben hoe Radiohead dat op OK Computer ook al weer deed.

Ook is het knap hoe elke track met name de eerste helft van Sleep Well Beast anders klinkt. De ene keer begint het met een synthesizer of een andere elektronisch sound, dan weer met pulserende beats of met een stemmige piano. Het geluidspalet is overduidelijk uitgebreid, op een smaakvolle manier.

Speelplezier!

De band heeft in interviews aangegeven elk nieuw album een zware bevalling te vinden, maar toch is dat nauwelijks te horen. Regelmatig valt juist het speelplezier op, zoals de heerlijk jengelende gitaarsolo in The System Only Dreams In Total Darkness, die ook opvalt door zijn fijne groove. Day I Day is ook zo lekker energiek, met een venijnige maar catchy gitaarriff die niet zou misstaan op een album van The Editors. Die onstuimigheid doet regelmatig denken aan het oude werk van The National, zoals op Alligator uit 2005 en opvolger Boxer. Ook Turtleneck rockt er flink op los, maar slaat wat uw recensent betreft de plank mis: de riff lijkt te veel op die van The System… die notabene twee plaatsen eerder op de tracklist staat, en sowieso is het een weinig memorabele compositie.

Te mooi?

Toch staan er op Sleep Well Beast weer veel ingetogen tracks, en daar zullen de meeste liefhebbers van The National niet rouwig om zijn. Weinig zangers kunnen zo mooi (en laag) mijmeren als Matt Berninger, en zijn baritonstem komt het beste uit de verf als zijn band daar in de arrangementen ruimte voor maakt. Nobody Else Will Be There, Guilty Party en Carin At The Liquor Store behoren tot de mooiere ballads in het toch al niet misselijke repertoire van The National.

Op andere momenten lijkt de band te graag een ‘mooi liedje’ te willen maken en houdt het door een gebrek aan spanning in de compositie de aandacht na veelvoudig luisteren niet vast. Zoals bij Dark Side Of The Gym en Born To Beg, songs die aanvankelijk goed in het gehoor liggen en juist houvast bieden. Dan hebben de de meer spannende tracks, de eerder genoemde ballads en het energieke The System… en Day I Die een langere houdbaarheidsdatum.