vrijdag, maart 29, 2024
Home Review Didit DAC212

Review Didit DAC212

4

Voordelen

  • Klinkt strak
  • Prachtig gemaakt
  • Uitbreidbaar

Nadelen

  • Soms wat droog
  • Afstandsbediening matig bereik
  • Grotere netkabels passen niet

Prijs: € ?3000

Bouwkwaliteit
Inzetbaarheid
Klank
Prijs
Didit

Bij Alpha-Audio vinden we het altijd interessant om nieuwe merken te ontdekken. Zeker als deze van vaderlandse bodem zijn. We schreven het al eerder; er dienen zich steeds meer nieuwe, kleine merken aan die bijzondere audioproducten aanbieden. Zo ook Didit, een Nederlands merk dat de DAC212 aan ons heeft aangeboden voor een review. Die uitnodiging nemen we graag aan!

Didit is een initiatief van vier partners. Iedere partner heeft een eigen inbreng. Zo is een van de Didit-partners als audiotechnicus werkzaam in China, waar hij ontwerper is van printplaten en componenten voor grote audiomerken. Om zijn high end-ambities en ideeën kwijt te kunnen, sluitt hij zich bij Didit aan.

Industrieel

Didit
Het front van de Didit DAC212. Ziet er strak uit toch? Display doet denken aan Cantata.

Een andere partner is industrieel vormgever en is bij Didit dan ook verantwoordelijk voor het design, materiaal en ontwerp van de producten. Daarnaast zijn enkelen ook actief als musicus of componist. Het eerste tastbare resultaat is de DAC212, waarvan de serieproductie onlangs is gestart. Alpha-Audio kreeg een demo-exemplaar dat op enkele details na identiek is aan de productie-exemplaren.

De DAC212 is bedoeld als voorversterker voor digitale bronnen. Het apparaat heeft 2 coaxiale ingangen met RCA-ingang, 2 optische ingangen en een USB-ingang. Ook is het uitgangsvolume regelbaar via de afstandsbediening. De DAC212 kan daarmee rechtstreeks op een eindversterker of op actieve speakers worden aangesloten.

Kurk!

Wie de DAC212 aanschaft, zal meteen al worden verrast door de verpakking. In plaats van een kartonnen doos met schuimplastic, wordt de DAC afgeleverd in een kurken pakket, volgens de makers bovendien van natuurvriendelijke oorsprong. De manier van verpakking doet een beetje denken aan die van Apple; mooi in elkaar passende elementen.

Meegeleverd zijn een netsnoer, een adaptersnoer voor gebalanceerde uitgangen. De gebruiksaanwijzing zit in de deksel, netjes weggewerkt achter een kurken afdekplaatje. Erg netjes, doordacht ontworpen en goed uitgevoerd!

Eén blok

Didit
Levering gaat in een doos van… kurk!

De DAC212 zelf is gemaakt uit één stuk aluminium en voelt solide en zwaar aan. Zeker voor de afmetingen (21 x 21 cm) is een gewicht van bijna 3 kilo fors; het draagt in ieder geval bij aan het gevoel een degelijk apparaat in handen te hebben.

Het aluminium frame van de DAC212 is zo ontworpen dat de gedeelten voor de stroomvoorziening, de digitale audioverwerking en de analoge output van elkaar zijn gescheiden. De printplaat is geklemd tussen boven- en onderzijde en daardoor moet het geheel nagenoeg vrij zijn van resonantie.

Aan de voorzijde geven rode LEDS een bijna vintage aandoend matrix-display op. De LEDS zijn dimbaar en kunnen desgewenst na een aantal seconden doven.

Aan de achterzijde zijn de in- en uitgangen. Aan de voorzijde bevindt zich ook de hoofdtelefooningang. Vanwege het compacte ontwerp is de ruimte voor de stroom-ingang behoorlijk beperkt. Wij hebben er geen AudioQuest NRG-1000 in kunnen doen. Bescheidener geschapen stekkers, zoals die van Art Speak, vinden evenwel prima hun weg naar de stroomingang.

De DAC212 rust op vier voetjes waarin het polymeer sorbothaan is verwerkt. Dit is een dempingsmateriaal dat vooral wordt gebruikt in sportschoenen. Het zorgt ervoor dat het apparaat is ontkoppeld van zijn ondergrond.

Uitbreiden

Didit
De Didit heeft van zichzelf al voldoende inputs. Er is mogelijkheid om uit te breiden.

We hadden al geschreven dat de DAC212 vijf digitale ingangen heeft. Voor de connectie met, en aansturing van, toekomstige Diditproducten (er is een eindversterker in de maak) en voor software-updates zijn twee digitale ingangen te zien. Daarnaast is er nog ruimte voor een extra ingangs-slot.

Het analoge gedeelte bestaat uit twee RCA-aansluitingen. De afstandsbediening is uitgevoerd als een aluminium buisje waarmee het volume, de ingangsbronnen en het in- en uitschakelen van het apparaat  kan worden geregeld.

Sabre

De gebruikte DAC is de Sabre ES9018 32-bit die we ook terugzien in de Weiss MAN301, de Oppo PM-1 en de Benchmark DAC2, om maar een paar te noemen. Dat schept verwachtingen, want we hebben alle drie apparaten hoge beoordelingen gegeven!

Voor de bemonsteringsfrequentie (sample rate) heeft Didit gekozen voor een bijzondere move. Ze zetten namelijk alle ingangssignalen om naar 32 bit en 1,5625 Mhz om. Ongeacht de frequentie van het inkomende signaal (de dac accepteert alles van 44,1 kHz tot en met 192 kHz).

Deze forse upsampling naar 1,5625 Mhz zou de jitter moeten elimineren, omdat de Sabre-dac alles vervolgens op een eigen low-jitter klok zet. Het is dus in feite een asynchrone behandeling van de datastream. Op onze website staat hier al het een en ander over, en lezer Vincent Kars legde dit mooi uit: ?Je maakt een soort buffer in software die op elk moment door de clock van de DAC kan worden uitgelezen (asynchroon dus). De clock kan dus op een vaste snelheid lopen omdat je hem ontkoppelt van de bron. Daardoor heb je geen last meer van input jitter.?

32-bit upsampling

Didit
Er is ook al een logo!

En om nog even in de techniek te blijven: De digitale inputs upsampled de Didit allemaal naar 32 bit om de overhead te gebruiken voor de volumeregeling. Zo kan ook high-res materiaal zonder verlies geregeld worden. Het is een slimme methode om het volume te regelen. Veel dacs samplen naar 24 bit en gebruiken de overhead. Dat is prima voor normale cd-kwaliteit, maar niet voor high-res wat van zichzelf al 24 bits is. Wat er dan gebeurt is dat de digitale regeling bits gaat weggooien om het materiaal zachter te maken. Dat gaat ten koste van dynamiek en beeldvorming: het wordt platter. Niet bij deze DAC. Benchmark gebruikt dezelfde methode voor digitale volumeregeling. De Oppo PM-1, die we als vergelijking voor de luistertest hebben gebruikt, hanteert daarentegen een analoge volumeregeling en heeft dus sowieso geen last van dynamiekverlies.

Vergelijk

Nu weet u hoe de Didit er van binnen en van buiten uitziet; dat is al best indrukwekkend en schept verwachtingen. Maakt de DAC212 dit waar? Om dit uit te vinden hebben we een mooie pijnbank staan in de Alpha-Audio-studio in Leiden. Als DAC?s mogen we kiezen tussen de genoemde Oppo PM-1 en de Weiss DAC-2. Als luidsprekers hebben we de Eventus Audio iO, de Focal Aria vloerstaanders en Quested LT-serie actieve speakers. Als eindversterkers gebruiken we de Dion SD60 in een bi-amp opstelling. Bekabeling voor de luidsprekers van Audioquest (Rocket 88); interlinks hebben we veel gewisseld, onder meer tussen AudioQuest, nieuwe Art Speaks en WireWorld. Stroomfiltering door Van Medevoort en Kemp, en een net aangeschafte stroomregenerator van Furman. Ook hebben we de hoofdtelefoonuitgang getest en wel met de Bowers & Wilkins P7 en de Ultrasone 9000.

Door Didit werden we geattendeerd op de mooie high-resolution opname op het Stockfisch-label van Chris Jones: No Sanctuary Here. De donkere stemmen van het koor rollen heerlijk onder onze stoelen weg, de gitaar is in alle details (plukken, boventonen) te horen. De DAC212 is ongetwijfeld high end. Hij wint het in detaillering en focussering ruim van de Oppo PM-1, en komt dichtbij de Weiss DAC-2. De Weiss geeft het geluid nog meer ruimte en body mee dan de DAC212.

Didit
Het ontwerp is prachtig. En de afwerking subliem.

We gebruikten voor de vergelijking de optische ingang van de DAC. Mijn Macbook Pro heeft een optische uitgang en we zijn die de laatste tijd steeds meer gaan gebruiken. Dit in plaats van de USB-uitgang.

Dat heeft te maken met het feit dat we de Mac ook gebruik voor optredens, waarbij we een digitaal klavier via USB aan de laptop koppellen (een soort extern toetsenbord maar dan voor noten). Bij de uitsturing van het geluid naar een USB-DAC hebben we meermalen problemen en storing gehad. Als we de optische uitgang gebruiken, is dat niet het geval. Klankmatig gezien, is er (nagenoeg) geen verschil.

Als u USB wilt, dan kunt u de drivers voor Windows downloaden van de Didit-website. Voor Macs is het plug & play. We hebben het getest en het werkt uitstekend. Didit meldt echter dat er nog nieuwe firmware komt waarbij betere ondersteuning komt voor high-res.

Volumeregeling

Didit afstandsbediening
Geinige afstandsbediening. Het bereik kan beter.

De volumeregeling werkt prima en verfijnd genoeg om een gewenst volume te kiezen. De laatst gekozen volume-instelling blijft in het geheugen zitten en dat is wel zo prettig. Indien gewenst kunt u in de instellingen het volume naar + 6dB opschroeven; standaard is het maximum volume op 0 dB ingesteld. Als u de hoofdtelefoon aansluit wordt het analoge uitgangssignaal uitgezet.

De hoofdtelefoonversterker is van goede kwaliteit. Op beide headsets horen we een gedetailleerde weergave. En de versterker is krachtig genoeg om ook hoofdtelefoons met een hoge ingangsweerstand aan te kunnen sturen.

Paar puntjes

We hebben een paar verbeterpunten. De afstandsbediening geeft een voldoende bereik, maar dat kan – en moet – beter. De afstandsbediening van de Oppo heeft bijvoorbeeld een aanzienlijk beter bereik. En een merk dat high end in zijn naam voert, zal ook rekening moeten houden met gebruikers die high end bekabeling gebruiken. De forse stroomstekkers passen gewoonweg niet op de DAC212.

Bekijk meer fotos

4 REACTIES

  1. Dan zijn we het in ieder geval eens dat we het daar oneens over zijn. Zelf kijk ik tegenwoordig uit naar de echte uitspringers, zoals die nieuwe Metrum elders in jouw forum. Of de Maybach versie van dat ding, de Totaldac van Vincent Brient uit Frankrijk. Je weet niet wat je overkomt Jaap…! Als je dat hebt gehoord is de rest eigenlijk maar niks. Het kost wel wat hoor, varierend van een lang en luxe weekend voor twee naar New York tot een redelijk gevulde Duitse middenklasser. Maar dan heb je dus wel wat. Overigens zijn beide machines/systemen nagenoeg op dezelfde leest geschoeid. Een R2R ladder met vooraf een FPGA voor buffering enzo en achteraf HELEMAAL NIKS. Met dat ene kleine nadeeltje van die -3dB rond de 20kHz, maar alleen bij 44.1kHz en 48kHz, maar met het prachtige voordeel van dat mega mooie, warme en zo gedetailleerde geluid. Donders, ik lijk wel een audifiel… 🙂 Als je die Totaldac wil horen moet je even langskomen. Groet uit de polder…

  2. De Sabre ESS9018 is een 7.1 DAC die ook in stereo modus kan draaien. Dan heb je dus feitelijk 8 DAC-jes op een chip die je 2×4 parallel kan inzetten als je single-ended output wil of 4×2 als je gebalanceerde output wil. De prachtige en tot nog toe zwaar onderbelichte Yamaha CD-S3000 doet dat laatste bijvoorbeeld. Ik kan me haast niet voorstellen dat in dit kastje daadwerkelijk 8 van die tegeltjes zitten. De Anagram upsampling is een al vrij oud (2006) algoritme om te upsamplen, teneinde meer headroom te maken opdat makkelijker gefilterd kan worden. Dat is mogelijk de reden dat jullie ‘m wat droog vinden klinken. Je kan immers geen muziek verzinnen die er niet (meer) is. Als je een sappige Hema worst blijft uitknijpen wordt die op den duur ook droog als gort. De algehele ontwikkeling in zgn. high-end DAC’s begint een beetje te lijken op het windtunnel effect bij auto’s. Qua geluid wel te verstaan. Ze gebruiken immers allemaal hetzelfde steentje. En dat steentje maakt toch echt het grootste deel van het geluid. Het onderscheid moet dus gevonden worden in het kastje. En dat ziet er wel heel mooi uit, dat is zeker. Dank voor je/jullie werk, altijd leuk om te lezen… 🙂

    • Dag Ronald,

      Ik hebt de DAC212 helaas niet open gemaakt. Het is een pre-productie maar wel final sound. Ik ken de Sabre. En ja: die heeft acht kanalen. Fabrikanten gebruiken hem echter wel verschillend. Het kan goed gaan en het kan gruwelijk fout gaan. Dat hebben de vier dacs met deze chip weer bewezen: ze klinken toch echt anders.

      Ik ben het niet helemaal met je eens dat dacs allemaal een beetje hetzelfde worden. En hoewel het steentje hetzelfde is: de voeding en uitgangstrap is toch een niet te onderschatten element in een dac. Die kan de dac maken of breken naar mijn mening.

      En eerlijk gezegd vind ik juist dat er veel ontwikkeling in dacs zit. Ik zie veel mooie, betaalbare modellen komen. Denk aan de AMI of de Oppo. Leuke, flexibele apparaten die niet de wereld kosten.

      Groet!