Home Review Bryston BLP-1 platenspeler & Bryston BP2 MM/MC 20 phono preamp

Review Bryston BLP-1 platenspeler & Bryston BP2 MM/MC 20 phono preamp

5

Voordelen

  • Zeer compleet aanbod van phono preamps en voedingen

Nadelen

  • Geen aanbevolen MM of MC-element

Prijs: € Set: 7890 euro

Bouwkwaliteit
Inzetbaarheid
Weergave
Prijs
Bryston BLP-1

Musica!

Bryston BLP-1

We zijn nu echt wel toe aan muziek luisteren! We hebben de hele set aangesloten en zetten een plaat op het plateau. De meegeleverde puck zetten we op de plaat, waardoor deze zo plat mogelijk op het plateau wordt gedrukt. Toerental kiezen, arm boven het begin van de plaat zetten en we laten de naald zakken.

Stil

Wat als eerste opvalt, is de absolute afwezigheid van brom. We hebben meerdere phono voorversterkers beluisterd, maar vaak was er altijd wel ergens een vorm van brom te horen, hoe klein ook. Zo niet bij Bryston. Dit draagt zeker bij aan de kwaliteit van de weergave. In een Canadese review van de BLP-1 lezen we dat de voeding van deze platenspeler ook bij metingen als zeer stil en precies naar boven komt. De enige platenspeler/voeding combinatie die volgens de Canadese technicus hierbij in de buurt komt, kost zo’n 20.000 euro meer. We zien hieraan dat de kernkwaliteit van Bryston, het bouwen van betrouwbare, precieze en stille versterkers, zich heel goed leent voor vinylweergave.

Op het eerste gezicht lijkt het alsof de kwaliteit van een platenspeler wordt bepaald door de draaitafel, de toonarm en het element. Maar eigenlijk zijn het de versterking van het ultrazwakke signaal tot lijn-niveau, de RIAA-filtering en de stroombehandeling die een minstens zo grote invloed hebben op wat we uiteindelijk horen.

Wave

We luisteren naar het album Wave van Antonio Carlos Jobim. Een opname uit 1967 met arrangementen van Claus Ogerman en opgenomen door Rudy van Gelder. Het bijzondere aan deze opname is dat het (bijna) zonder compressie opgenomen is en daardoor een enorme dynamiek heeft. De contrabas kan uitschieters maken in geluidsdruk die een live concert evenaren. Als er een opname is die het verschil kan laten horen tussen digitale en analoge weergevers, dan is het deze. Digitaal klinkt, ook FLAC en high res, minder rijk en vol dan op de plaat. En de Bryston-set doet daar nog een forse schep bovenop. Het bijzondere aan opnames van Rudy van Gelder is dat hij zijn methodes nooit prijsgaf; microfoons werden bedekt zodat merk en type niet herkenbaar waren.  Ongelooflijk hoe een opname van 50 jaar oud nog zo levendig kan klinken. Het is gewoon hoorbaar hoe goed de draaitafel, de phono voorversterker en de voedingen op elkaar zijn afgestemd.

We draaien Steven Wilsons laatste album, To The Bone. We hebben de hand weten te leggen op een speciale editie waarbij we de LP op 45 toeren moeten afspelen. Net als bij spoelenrecorders levert een hogere afspeelsnelheid een betere geluidskwaliteit op; het is de analoge versie van high res. Ook hier is het vooral genieten en vergeten dat je aan het reviewen bent. Er is muziek en niets anders. Het album van Wilson is erg gevarieerd in stijl, instrumentatie en karakter en dat laat de plaat ook goed horen.

BLP vs STD

Bij platenspelers is het lastig om A-B te vergelijken en zelfs als dat zou kunnen, zijn er allerlei factoren die afbreuk doen aan een eerlijke vergelijking. Wat we wel kunnen doen, is de klank van de BLP-1 vergelijken met die van onze eigen platenspeler. Dat is een STD 305D, een Schotse tegenvoeter uit de late jaren 80 van de Linn Sondek LP12. Dit merk heeft de concurrentie met Linn niet kunnen volhouden en is al lang verdwenen. Ons exemplaar kwam een paar jaar geleden nieuw uit de doos en is voorzien van een Shure SME 3009 toonarm. Element is de al eerder genoemde ADC TRX-2. We sluiten deze set aan op de Bryston BP2 MM/MC-20 phono voortrap met PS-3 voeding.

We horen nu hoeveel verschil een goede phono voortrap en voeding kunnen maken. De STD 305D speelt echt de sterren van de hemel. En met deze platenspeler hadden we last van een nare brom, die lastig te beheersen was. Bij de Bryston voeding/versterkercombinatie was er een diepte stilte. We konden helaas niet Brystons voeding voor de motor aansluiten op de STD 305D. Na een paar LP’s te hebben gedraaid is onze conclusie; deze draaitafel uit de jaren 80 klinkt beter dan de gloednieuwe BLP-1. We horen nog meer detaillering, soundstage, dynamiek, rust. De STD 305D haalt nog meer informatie uit de plaat, met hetzelfde element in de Bryston en in de STD. Natuurlijk zijn er redenen te bedenken waarom dit zo is. Het kan zijn dat het element niet optimaal is afgesteld, of de toonarm beter gebalanceerd had kunnen worden. Hoe dit ook is, we hoorden verschillen.

Conclusie

Bryston heeft hoog ingezet met de introductie van zijn productenlijn voor platenspelers. Niet alleen is er een ruime keuze uit phono voorversterkers, voedingen, step-up transformers. Ook is er een Bryston platenspeler in het programma. With a little help from Gold Note, maar het is de Canadezen toch maar gelukt.

We hebben de set enige tijd mogen proberen en de eerste conclusie is: platenspelers zijn in staat om high end te presteren. Maar, zoals ook geldt voor andere componenten in de audioketen; dan moet wel alles kloppen. En bij platenspelers zijn er heel wat componenten die u zelf kunt beïnvloeden. Bij een DAC kiest u voor een toestel waar zaken als voeding, interne bekabeling, electronica zijn samengesteld door de fabrikant. Bij platenspelers bent u zelf aan zet, als u dat leuk vindt.

Wat de geteste Bryston set betreft: we zijn vooral onder de indruk van de phono voorversterkers en –voedingen. Deze zijn van een uitzonderlijke kwaliteit en niet alleen voor de eigen Bryston platenspeler. Sterker nog, onze eigen STD 305D klonk er nog mooier op. Daarmee toont Bryston aan dat het een van de betere versterker-producenten is op de markt. Ons advies aan Bryston zou dan ook zijn: keep on making great amps!

Prijzen:
BLP-1 platenspeler incl. toonarm en voeding BTP-1: € 4.650.
BP-20 MM/MC 20: € 2.050.
PS-3 voeding: € 1.190

5 REACTIES

    • Hallo Geoffrey , helaas is mijn ervaring totaal anders , ik heb een aantal jaren weilen Henk Niemeyer mogen assisteren wie geldt als de echte analoog specialist , de verhouding is 92 %
      Motor , lager kwaliteit (trilling vrij , dus de arm en het element nemen 8 % voor hun rekening. dit dan werkend op een 0.01 % stabiel en waterpas fundament. Bijvoorbeeld een Lyra Atlas SL doet het pas beter als een Lyra Kleos SL als aan bovenstaande eisen wordt voldaan !
      Dus die 8 % is natuurlijk heel belangrijk .

  1. Leuk nu inderdaad een review te lezen van een platenspeler bij jullie. Heel ander verhaal dan digitaal maar kan erg goed klinken mits helemaal goed ingeregeld. Zijn jullie zelf al om of blijft het digitaal kriebelen? Ik vind in ieder geval beiden geweldig om naar te luisteren maar een plaat voelt ook nog wel een beetje nostalgisch in de goede zin des woords.

    • Dag Nick,
      Analoog en digitaal zijn twee werelden en we komen er steeds meer achter dat beide zeer de moeite waard zijn om aandacht aan te besteden. Dat kan je ook zien aan de artikelen en video’s over analoge audio. Het item over Rhapsody en wat ze met een Studer taperecorder kunnen is daarvan een mooi voorbeeld.

      Misschien kan je analoog en digitaal vergelijken met dit voorbeeld. Vorige week werd Max Verstappen bestraft met een inhaalactie omdat hij buiten de lijnen reed. Iedereen vond het prachtig maar het was niet volgens de regels. Zou je digitale audio kunnen vergelijken met de techniek van de F1-auto’s en de ultra high end met de manier waarop Mercedes dat doet? Superlatieven in techniek, rijstijl en kunde maar zo perfect dat races te voorspelbaar werden? En analoog met een coureur die met een technisch minder sterke auto adembenemende kunsten vertoont, al is het soms niet volgens de regels?

      Ik heb de Studer-banden van Rhapsody gehoord en wat je daar hoort is een andere dimensie van de muziek. Je hoort de akoestiek van de ruimte, ook als er geen muziek wordt gemaakt. Mag ik het ‘beleving’ noemen? En ja, ook bandruis en andere imperfectie. Maar die is er in een concertzaal ook. Mijn idee is dat digitaal de imperfectie nooit goed (genoeg) kan vastleggen, simpelweg omdat het niet te vangen is in een 0 of 1, hoe lang je de digitale woordlengte ook maakt.

      Of we om zijn? Please follow our next episodes!

      • Hallo Yung Lie, ja die arme Max ook;-). Maar snap je vergelijking. Ik heb ooit in een studio mogen werken voor opnames van een aantal bands en had daar ook de gelegenheid om met een mooi tapedeck te mogen werken. Werkelijk waar een beademing, inclusief zijn beperkingen. Ook hadden ze daar een aantal oude EQ’s staan uit de jaren 60 die ook al een uitzonderlijk resultaat gaven. Allemaal spullen die inmiddels redelijk onbetaalbaar zijn maar wel de moeite waard.

        Maar ook met digitaal kun je inderdaad wel tot erg goede resultaten komen als er de juiste mensen aan de knoppen zitten.

        Ik houd de episodes in de gaten, zoals ik dat al een poosje met veel plezier doe.

×