Home Hi-Fi Interview: Marijn ten Harmsen van der Beek

Interview: Marijn ten Harmsen van der Beek

7
Interview: Marijn ten Harmsen van der Beek

In het kader van muziek en de muzikale ‘beleving’, gaat Alpha-Audio deze keer op bezoek bij voormalig muzikant en groot muziekliefhebber, Marijn ten Harmsen van der Beek. Marijn is voormalig paukenist en klassiek slagwerker met meer dan 25 jaar professionele ervaring.

Via importeur Mafico, al decennia actief in ‘professional audio’, zijn we in contact gekomen met Marijn. Waar wij van Alpha-Audio vooral in geïnteresseerd zijn is hoe Marijn hi-fi beleeft; wat vindt een muzikant in hart en nieren nu belangrijk en wat juist weer niet?

Hierom zijn we afgereisd tot onder de rook van Rotterdam om Marijn persoonlijk te ontmoeten. Na verschillende kopjes heerlijke espresso komt het gesprek over zijn muzikale carrière, maar ook over zijn passies in het leven flink op gang. Gelukkig zijn de kopjes cappuccino klein, en ten Harmsen gastvrij. Dus er wordt het eerste halfuur flink heen en weer gelopen van en naar het koffieapparaat. Gelukkig maar, anders zou alle interviewstof al besproken zijn voordat het interview goed en wel is begonnen.

Als muziekliefhebber blijkt ten Harmsen niet alleen een liefhebber van al het goede dat het leven aan delicatessen te bieden heeft, hij is ook groot liefhebber van componist en muzikale vernieuwer Richard Wagner. Niet alleen de werken van Wagner, maar eigenlijk alles dat met de persoon te maken heeft. Interessant.

Vandaag de dag is Marijn ten Harmsen vooral bestuurlijk en adviserend actief in alles dat met muziekproducties te maken heeft, behalve met het maken van muziek zelf en dit doet hij met een enorme passie en bevlogenheid. Heerlijk om iemand met zoveel passie te zien spreken over muziek en alles er omheen.

We nemen maar voorzichtig aan dat een liefhebber van klassiek zich vooral zal uitspreken over de kwaliteit van analoge opnames, dus vinyl, maar dat was een verkeerde aanname van onze kant. Ten Harmsen blijkt namelijk al jaren actief muziek te streamen. Dus in digitale vorm. Ook weer interessant, maar we zijn natuurlijk eerst benieuwd met wie we te maken hebben en wat Marijn bezighoudt in de muzikale wereld.

Dus ‘aan’ met die recorder.

Wie is Marijn ten Harmsen?

“Ik ben een enthousiast muziekliefhebber, muziek professional en sommigen zeggen zelfs audiofiel. Een term die ik zelf niet gebruik, maar ik heb gewoon goede oren. Op muzikaal gebied ben ik breed georiënteerd.

Oorspronkelijk ben ik opgeleid als klassiek slagwerker en heb dit ook 25 jaar voor mijn brood gedaan. Daarna ben ik overgestapt naar advieswerk en ben ook politiek actief geweest, en ben ik bestuurlijk actief. Dit is iets dat ik nog steeds doe. Voornamelijk het besturen van culturele organisaties. Enkele toppers als Tromp Percussion en Slagwerk Den Haag (het bloed kruipt waar het niet gaan kan), maar ook het lokale culturele leven ondersteun ik waar mogelijk. Ik ben maatschappelijk betrokken en zet me daar graag voor in.”

Wat doe je in het dagelijkse leven?

“In 2006 ben ik gestopt in actieve rol als paukenist en slagwerker bij Vlaamse Opera, daarna heb nog wel een paar jaar lesgegeven, ook erg leuk om te doen maar daar is op een bepaald moment ook een einde aan gekomen.

 Nu ben ik vooral niet-uitvoerend muzikaal betrokken bij muziek en dit geeft me de vrijheid om de andere rol op te pakken en niet op de verkeerde stoel te gaan zitten. Ik ben nu bijvoorbeeld lid van de Raad van Toezicht van Slagwerk Den Haag. Daar zou ik niet kunnen zitten wanneer ik nog zou hunkeren naar het spelen van een partij.”

Mag ik dan voorzichtig aannemen dat je met pensioen bent?

“Haha! Nee, ik sta nog vol in het leven en doe gewoon andere dingen dan die ik twintig jaar geleden deed. Soms hoor je weleens dat mensen leuke dingen gaan doen wanneer ze met pensioen zijn. Nu ben ik nog niet op een pensioengerechtigde leeftijd, maar ik doe al wel leuke dingen.”

In welke mate is muziek of muzikale creativiteit een onderdeel van jouw manier van leven?

“Muziek is niet weg te denken uit mijn leven. Muziek is mijn vak, maar het is mijn vak geworden omdat het mijn eerste liefde was; mijn passie. Ik ben al vanaf mijn zevende begonnen met muziek maken en op mijn achtste zat ik op mijn eerste paukenstoel. Toen puur toeval, omdat de directeur van de muziekschool een paukenist nodig had voor het muziekschoolorkest. Toen was ik verkocht.

Ik wilde ook geen drummer worden wat de meeste jongetjes willen worden, ik wilde ‘paukenist’ worden. Dus vanaf mijn achtste speel ik pauken en vanaf mijn achttiende professioneel, want vanaf mijn eerste jaar op het conservatorium kon ik gelukkig al ervaring opdoen in de beroepsorkesten in Amsterdam en omstreken. Bij de Nederlandse Opera deed ik mijn eerste professionele opera ervaring op, dat was van grote betekenis. Ik bleek een echt opera-mens. Actief en passief.”

Vinyl? Ja hoor, u vraagt wij draaien…

Dan belanden we in gesprek over muziekopleidingen. Hierbij stippen we een ander vraagstuk aan. Namelijk, muzikale ontwikkeling, het ontwikkelen van doorzettingsvermogen en de ontwikkeling van een kinderbrein door het op jonge leeftijd bespelen van een muziekinstrument.

Natuurlijk stellen we Marijn ten Harmsen de vraag of hij als voormalig muzikant onze jongere generatie zou kunnen adviseren. De muziekwereld is immers een harde wereld en alleen de allerbeste muzikanten ontvangen een klein inkomen. Maar stel, de zoon of dochter wil graag muzikant worden. Hoe ga je daar mee om?

Wij van Alpha-Audio zijn natuurlijk benieuwd met welke adviezen hij komt.

Marijn, wat zou je advies zijn?

a.) “Goed zo, hier ga je het helemaal in maken en roem en rijkdom liggen voor je voeten. Als je maar blijft oefenen”

b.) “Lieve schat. Wees reëel. In de muziek kun je geen droge boterham verdienen; het is een hondenleven. Zorg dat je een goede baan vindt in het bedrijfsleven en houd muziek maken lekker als leuke hobby voor feestjes en partijen”.

“Ja, haha. Het zijn natuurlijk extremen die je opnoemt, maar in beide gevallen klopt het wel een beetje. Dit heb ik overigens met een heleboel kunstopleidingen. Moeten we nu werkelijk zoveel mensen in de kunst hebben terwijl we weten dat daar helemaal niet zoveel brood voor is? Er is natuurlijk de bekende top van de ijsberg en daaronder de noodzakelijke brede basis, maar moet die basis wel zo breed zijn en kunnen we die mensen niet in een eerder stadium een andere kant uitsturen?

 Nu ben ik zelf een vader van vier dochters en vaderlijk zou ik zeggen dat ze vooral moet kijken waar het schip strandt, want als je de ambitie hebt moet je het vooral niet nalaten. En als je talenten hebt, kun je die alleen maar ontdekken en ontwikkelen als je die met ambitie probeert na te streven. Nog afgezien van alle psychologische en mentale processen die allerlei andere hersenfuncties ook stimuleren. Als je van tevoren zegt ‘het wordt niks’, dan wordt het ook nooit wat.

En als je een van die weinige excellente talenten bent, dan loop je kans op een heel behoorlijk inkomen hoor. Maar goed, de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er maar heel weinig zijn. Maar de weg ernaartoe is wel wat anders dan dat ze de jongeren vandaag de dag laten doorschemeren in de x-factors en vergelijkbare programma’s. Beverly Sills, de beroemde sopraan, zei het zo:

“there’s no shortcut to any place worth going”.

Gewoon, ploeteren en hard werken dus. Een beetje de variant van die mop over iemand die de weg vroeg naar het Concertgebouw. Antwoord: ‘hard oefenen!’

Dat is wel de belangrijkste boodschap die ik in mijn hoofd heb zitten is eigenlijk: Het is heel goed om te leren ergens hard voor te werken. Daar mag best uitkomen dat je ergens niet goed in bent, maar je hebt wel geprobeerd je best te doen en het ‘je best leren doen’ is heel belangrijk om doorzettingsvermogen op te bouwen.

Dit kun je bij uitstek leren door het bespelen van een muziekinstrument. Dit is gewoon niet makkelijk en dat hoor je, zeker in het begin ook wel tijdens de voorspeelavonden terug. Daar moet je ook maar doorheen komen. Als leerling, als student en als ouder. Tenzij je te maken hebt met een ridicuul talent.”

Ja, duidelijk advies lijkt ons.

Welk muziekgenre geniet je persoonlijke voorkeur?

“Ik ben zoals gezegd een echte opera-man en alles wat met zang te maken heeft. Ik ben een breed georiënteerde muzikant, en ik houd bv erg van Ella Fitzgerald en van Miles Davis. Ook leuk om bij te houden in de remastering edities die nu regelmatig uitkomen. Van oorsprong ben ik natuurlijk een muzikant die bezig is met het grote orkestrepertoire. Dat heb ik al heel snel willen combineren met iets dat met zang te maken heeft en dan kom je al gauw in de operawereld terecht; dus ik ben een echte operaliefhebber.”

Welke artiesten hebben je beïnvloed in jouw composities of speelstijl?

“Mijn twee grote leermeesters zijn Jan Labordus, voormalig paukenist van het Concertgebouworkest en Jan Pustjens voormalig solo slagwerker van het Koninklijk Concertgebouworkest. Jan Labordus was en is een icoon in ons vakgebied. Een geweldige vent, ongelofelijk trots en enorm eigenwijs. Een echte Mokumer dus. Hij zag niet zo veel van in de manier van spelen van anderen. Zijn manier van spelen was zijn manier van spelen. Een waanzinnige paukenist met een hele eigen stijl; uit duizenden te herkennen.

Ik had ook les van Jan Pustjens en hij zij me dan: Marijn, je moet de hele wereld om je heen bekijken. Beoordeel het en neem mee wat je ervan kunt vinden. Dat was bijna een vaderlijk advies he? Hij heeft me de open levensfilosofie meegegeven en die probeer ik eigenlijk ook altijd te interpreteren. En dat paste natuurlijk niet zo goed bij elkaar die twee.

Maar het meest heeft Leonard Bernstein mij nog wel beïnvloed. Daar ben ik vlak voor zijn dood zes weken mee op tournee de wereld over gegaan met een festivalorkest; dat was zo’n ultieme ervaring dat bijna alles daarna in het niet verdween. Dit was zo’n bijzondere man, niet alleen als musicus, maar ook als dirigent en als mens. Hij heeft mijn hele leven beïnvloed, dat durf ik zonder twijfel te zeggen ja. En ik luister nog heel graag naar zijn Tristan und Isolde, dit brengt mijn werelden weer bij elkaar.”

Welke albums heb je uitgebracht of aan welke producties heb je een bijdrage geleverd?

“Nou dat is op zich heel bescheiden. Er zijn meerdere opnames van concerten en optredens waaraan ik heb bijgedragen en meegespeeld er staan er ook een paar hier in de kast zelfs. Maar weet je, ik heb heel lang voor de Vlaamse Opera gewerkt en deze maakten alleen maar opnames voor radio en televisie. Die zijn niet uitgegeven op schijfjes. Ik heb wel aan een aantal cd’tjes meegewerkt maar daar klop ik mezelf nooit voor op de borst.”

Als muzikant weet je hoe instrumenten klinken, heeft dit invloed op het luisteren naar muziekalbums?

“Ik ga voor de beleving van de uitvoering. Mij halve kast staat vol met live opnames uit de jaren ’50; bootlegs en door-kuchte opnames. En verschillende uitvoeringen hiervan. Het gaat voor mij om het moment en de uitvoering. Tegelijkertijd kan ik ook heel erg genieten van een goede opname en me verschrikkelijk storen aan een slechte.

Ik vond het ook altijd een ramp om naar onze eigen opnames te luisteren en je het effect van de limiters hoort die automatisch inkicken als er een forte passage plaatsvindt en weer loslaat op het moment dat er weer piano op volgt. Dit betekent dat alles gelijk klinkt en de dynamiek in elkaar klapt. Op de radio is dat nog erger dan met een cd’tje natuurlijk. Gewoon vanwege het dynamisch bereik van het medium. Daar kon ik het nog een beetje begrijpen, maar als ik nu een cd opname hoor en hoor dat de opnametechnicus de microfoon bij de hobo opendraait en de hobo nu juist probeert zo zachtjes mogelijk te blazen waardoor de totaalbalans uit het concert verdwijnt, dan vind ik dat erg storend, dat moet en kan beter.”

Waar let je op bij het luisteren naar muziek en het selecteren van jouw eigen set?

“Ik ben ooit opgevoed door Klaas Posthuma, een bekende in de Nederlandse opnamewereld en die monitorde alles via electrostaten. We deelden een passie, Maria Callas, en in het verlengde van onze gesprekken kwamen we op de Quad ESL.

Ik werkte destijds in een muziekzaak aan de PC Hooftstraat in Amsterdam en ik liet me nooit uitbetalen. En op een gegeven moment had ik blijkbaar zoveel geld verdiend dat ik mij kon laten uitbetalen in mooie spullen; twee gereviseerde ESL’s en een heel bescheiden Quad setje. Hierna heb ik nooit meer iets anders kunnen accepteren dan electrostaten. Het feit dat je ze niet hoort. Het is de transparantie en misschien ook wel de snelheid in de weergave.

Het belangrijkste dat ik toen ontdekte is dat ik in een hele kleine kamer de plaatsing van de instrumenten in een orkest kon horen, zonder het gevoel te hebben ik luisterde naar links of naar rechts. Ik luisterde naar een compleet beeld. Dit is iets waar ik bewust en onbewust op ben gaan letten. Het is mijn referentie geworden. Ik heb ze ondertussen al drie keer laten opknappen, want ze zijn wel wat gevoelig.”

Wat vind je hierin belangrijk en welke zaken verwijs je naar het rijk der fabelen?

“Ik ben wel van de no-nonsense, in die zin dat als ik het niet hoor, dan geef ik er ook geen geld aan uit. Maar ik ben wel iemand die graag wat nieuws probeert. Ik vind dat wel leuk. Ik ben van mening indien een serieus bedrijf een claim doet dat iets de moeite waard is, dan wil ik het wel proberen.

Ikzelf heb overal van de Hul kabel tussen zitten, niet de duurste, maar die gele. Die heeft iemand voor me gemaakt. Maar als we het hebben over het digitale kabeltje tussen mijn AppleTV en de DAC? Moet ik nu overal Van de Hul tussen stoppen? Daarover ben ik wel wat sceptischer. Die kost dan misschien maar een tientje of zes, maar die er nu tussen zit kost maar een tientje. En die is ook goed.

Als ze bij mij komen aanzetten met voedingskabels die vijf keer dikker zijn dan wat er in het buisje zit vanaf de meterkast, geloof ik daar gewoon niet in. Ik heb wel mijn eigen audiogroep en die is wat zwaarder dan de reguliere groepen. Dit omdat ik in een keer die klappen (inschakelpieken, red.) wilde opvangen van de twee eindversterkers. Het wordt ook niet gestoord door een ijskast die aan- en uitslaat. Maar als het beter kan mag het voor mij altijd beter.”

Naar welk medium luister je momenteel veel? Vinyl?

“Naar vinyl luister ik op dit moment minder. Ik heb er wel de apparatuur voor, maar op dit moment even minder ruimte ervoor en verder ben ik eigenlijk een verzamelaar van alle goede stukken die er verkrijgbaar zijn. Het hoeft echt niet allemaal een cd’tje te zijn. In de auto luister ik gewoon naar Spotify. Als je een data abonnement hebt dat quasi onbeperkt is, dan maakt het ook niet meer uit.

Ik ben dus niet iemand die per se iets of dat bepaalde formaat wil hebben. Als de BBC iets interessants uitzendt dat ik graag wil horen, bijvoorbeeld 2 maanden Proms (…) dan beluister ik dit gewoon via mijn Marantz streamertje. Ik kan zo eigenlijk naar alles luisteren. Kunnen we een jaartje niet naar Bayreuth (Bayreuther Festspiele, red.), dan zetten we de livestream op. Dat vind ik wel heel erg leuk.”

Welk formaat levert volgens jou de beste beleving?

“Nu, dat begint bij mij in de eerste plaats met de uitvoering. Dus als ik een goede productie kan beluisteren die gestreamd wordt in 64kHz, dan luister ik er toch even naar omdat ik dan dat ‘moment’ heb meegemaakt. Maar als je me daarna zou vragen of ik die uitvoering ook niet op cd zou willen hebben, dan zou ik dat wel willen ja.

Waar ik het meest in vertwijfeling word gebracht is bij nieuwe uitvoeringen die in 24bit downloadbaar zijn, die ik op mijn harde schijf kan zetten en via mijn BDP kan afspelen, of de normale uitvoering op een cd’tje. Ik heb een hele rij aan Bach staan en dat zijn cd’tjes, dus per definitie in 16 bit en die klinken best. Ik heb er een hard hoofd in om 24 bit altijd maar beter te vinden dan 16 bit. Sterker nog: ik twijfel eraan of dat echt wel zo is.

Ik denk dat de kwaliteit van je eindversterker, van je DAC en van je luidsprekers misschien wel een grotere invloed hebben op wat je uiteindelijk hoort, dan de winst tussen 16 en 24 bits. Maar het gemak van alles op je harddisk hebben staan en bovendien de mogelijkheid te hebben alles in highres te kunnen afspelen is toch wel heel groot.

Ik ben niet iemand die per definitie een plaat beter vindt klinken. Ondanks het feit dat ik een goede platenspeler heb. Ik heb toch wel een hekel aan popjes en kraakjes op platen en zo. Als je eenmaal gewend bent aan hoe het klinkt zonder, dan blijft het storen. Ik heb wel een paar collectors items van Miles Davis en die zijn wel leuk natuurlijk. Leuk om uit te pakken, te bladeren en te kijken. Pure eye-candy. Downloads hebben daarmee vergeleken toch wel wat minder charme.”

Zijn er albums die zo opborrelen die je aan onze lezers zou kunnen aanbevelen en waarom?

“Als ik een album zou mogen aanbevelen dan kom ik aan bij mijn geliefde Tristan. Dit vind ik echt het einde van het einde. Gewoon vanwege de voorstelling. Waltraud Meier, Isolde, Siegfried Jerusalem, de Bayreuther onder leiding van Daniel Barenboim; eenzaam eiland werk.”

Waarom heb je gekozen voor het merk Bryston en hoe ben je met dit merk in aanraking gekomen?

“Op een moment in mijn leven ben ik naar een grotere woonkamer gegaan en toen hadden mijn oude Quadjes te weinig vermogen om muziek ontspannen weer te kunnen geven. Hierom ben ik een jaar of tien geleden op zoek gegaan naar wat anders en ben ik heel snel bij Bryston terecht gekomen.

En het voordeel van dat spul vind ik dat je er helemaal niets aan regelt. En het enige dat ik doe ik luisteren naar de opname zoals hij is. Hierom willen sommige liefhebbers het misschien ook niet hebben omdat je er niets mee kunt doen in het regelen van de hoge en lage tonen. Ik heb helemaal geen twintig verschillende versterkers uitgeprobeerd hoor, ik heb gewoon gedacht dit is goed, want er is zo’n idiote hoeveelheid aan keuze.

Ik ben afgegaan op de deskundigheid van de dealer, Hifistudio Iman Dane in Roosendaal. Die heeft me kunnen overtuigen van de kwaliteit van het apparaat dat daar weer achter zat (de fabrikant, red.) en als je twintig jaar garantie op een versterker krijgt, welke buil kan ik me dan nog vallen? En als je dan toch al bij dat merk zit, dan denk ik ‘laat ik die cd-speler ook maar eens een keer proberen’.”

Staat er nog iets op je verlanglijstje voor 2018?

“Ja. Van alles. Mijn vrouw zegt altijd, je moet niet zoveel willen. Ik ben een veelvraat van leuke fijne dingen. Het is niet om te hebben, maar kan enorm genieten van dingen. Dus het bijwonen van een live productie is te mooi om uniek te laten zijn. Dat wil ik gewoon nog een keer beleven. Met het risico dat het tegenvalt natuurlijk. Maar die gok neem ik wel 

Wat wil ik dan voor 2018? Ik ben heel benieuwd waar Bryston mee gaat komen. Allemaal leuke nieuwe speeltjes. Ben wel een beetje in de afwachtstand wat betreft met de nieuwste materialen. Ooit bij die luidspreker van hen gezien. Deze waren nog geen drie maanden uit en er moesten ineens nieuwe tweetertjes in. Dan denk ik: ze hebben er vier jaar lang aan ontwikkeld en plotseling moet er een nieuw tweetertje in? En die mag je dan upgraden voor 500 Euro? Daar heb ik het wel moeilijk mee.”

In hoeverre voel je je als klant betrokken bij het merk Bryston en hoe uit zich dat?

“Ik ben al een paar jaar bèta-tester van Bryston en ik probeer me dus bezig te houden met iets waarvan ik denk ‘dat is de moeite waard’. En ik geloof ook wel dat dit gewaardeerd wordt, want ik zie Chris Rice steeds dingen implementeren waar ik om gevraagd heb.

Ik heb ze alleen nog nooit ontmoet. Ik neem me wel voor van, kom ik nog een keer in Canada, dan ga ik zeker een keer langs in Peterborough, maar wanneer kom je nu in Canada he? Maar als ze eens een keer hier zouden zijn, dan zou ik James Tanner graag een handje schudden ja.

Wat ik een beetje de charme van Bryston vind, is dat het enerzijds een prachtig merk is, maar dat het anderzijds allemaal zo heerlijk bijna knullig gaat. Ik heb bijvoorbeeld de nieuwste firmware van Bryston gedownload. Hierin wordt een venstertje getoond met ‘what’s new’ en een link naar een filmpje. En ik klik op dat filmpje en dan bekijk je een filmpje van Chris Rice die het nieuwste besturingssysteem presenteert. Duurt 25 minuten en blinkt nu niet echt uit door professionele editing, om maar eens een understatement te gebruiken.”

Je hebt krachtige eindversterkers staan. Waarom zo veel vermogen en kleven er ook nadelen aan?

“Het nadeel is, tenminste als je dit als nadeel zou willen noemen, dat je een beetje te veel gain zou kunnen hebben. Afhankelijk van je luidspreker is dat dan wel hoorbaar en eigenlijk ook niet zomaar terug te draaien.

Waarom juist deze zware eindversterkers? Ik was in de gelukkige omstandigheid deze te kunnen beluisteren alvorens ik ze kon aanschaffen. Deze klonken op het gehoor zoveel beter dan de vorige. Ook Wijke, mijn echtgenote, die met getrainde oren actief meeluistert, vindt dit.

Ik heb ze echt niet nodig qua hoeveelheid power, want dan blaas ik mijn electrostaten heel snel op, maar het is een verademing om nooit ademnood te hebben. Ik ben natuurlijk slagwerker en ik heb een hele brede range aan geluiden die in mijn hoofd zitten, van hele diepe lage basdrums tot hogere bekkentjes en triangeltjes en dingetjes. Ik luister heel secuur naar hoe dit eruit komt.

Er wordt wel gezegd dat Brystons bij laag volume net zo goed klinken als bij hoog volume, maar ik luister altijd redelijk ‘groot’. Omdat ik ook echt ‘luister’. Ik klets er niet doorheen en ik kan daar ook niet zo goed tegen. Als er geluid komt uit mijn luidsprekers, dan wil ik ook daar naar ‘luisteren’.”

Dat is een mooie afsluiter. Laten we stoppen met kletsen en eens samen naar een stukje muziek gaan luisteren.

Dank voor dit interview!

7 REACTIES

  1. Erg leuk interview!!

    Ik weet niet of het kan, maar mag ik Marijn een vraag stellen?
    Heb je ooit overwogen, omdat je paukenist bent, en elektrostaten hebt, een subwoofer er bij te zetten?
    Elektrostaten niet erg goed bekend om hun laag weergave, dus kan ik me voorstellen dat je ooit overwogen hebt het eens te proberen.

    • Dankjewel. Het geeft eens een hele andere kijk op onze gezamenlijke passie niet?

      Natuurlijk mag je Marijn de vraag stellen, maar ook ik kan deze beantwoorden. Marijn heeft inderdaad een dikke sub naast de ESL’s. Deze stond op de bewuste dag niet aan, maar doorgaans speelt Marijn met de ESL’s in combinatie met een sub.

      • Hallo Harro,
        Inderdaad erg leuk om een “luister” pro te interviewen. Erg intrigerend vind ik zijn opmerking over het ‘verschil” tussen 16 en 24 bit opnames/bestanden.
        Zelf ben ik ook altijd erg huiverig voor de wetmatigheid van grote getallen. Meer is vaak juist niet beter. Meer introduceert juist vaak meer problemen, helemaal in de digitale wereld.
        Nogmaals, erg leuk interview, zeker voor herhaling vatbaar.

  2. Bedankt voor het delen van je boeiende verhaal Marijn. Compliment ook voor Alpha Audio om je dit podium te gunnen.
    Geniet zelf ook dagelijks van mijn ESL (‘63) set. Die heeft eveneens al enkele reparaties ondergaan, alsmede een modificatie bij Twinstatic Audio in Heemstede. De Targetstands brengen de panelen op de ideale hoogte voor mijn luisterfauteuil.

×